Diagnostiek van MS

Bij MS kunnen veel verschillende klachten en symptomen optreden. Veel klachten zijn niet specifiek voor MS en kunnen ook bij andere aandoeningen voorkomen. De diagnose MS kan pas gesteld worden als andere oorzaken voor de klachten zijn uitgesloten. Er zijn op dit moment nog geen laboratoriumtesten waarmee MS aangetoond kan worden. Om de diagnose MS te stellen (en eventuele andere ziekten uit te sluiten), is naast de anamnese (het verhaal) en het lichamelijk onderzoek ook nog aanvullend onderzoek nodig.

De diagnose MS kan op dit moment gemakkelijk worden vastgesteld met behulp van MRI-onderzoek. Ongeveer 5 procent van de mensen met MS vertoont geen afwijkingen op de MRI-hersenen. Van deze 5 procent heeft een aantal nog wel afwijkingen in het ruggenmerg. Deze zijn echter wat moeilijker als MS te interpreteren dan letsels die bij MRI-onderzoek worden gevonden bij onderzoek van de hersenen. Er zijn criteria opgesteld op basis waarvan de diagnose MS kan worden vastgesteld. Deze criteria worden wereldwijd op dezelfde manier toegepast. MRI-beelden zijn vrij specifiek voor MS, maar kunnen andere ziektebeelden niet per se uitsluiten. Bij het vaststellen van de diagnose MS is de ruggenprik (LP)  niet meer zo belangrijk als vroeger maar kan toch van belang voor het vaststellen van de biochemische aanleg van de aandoening of bij twijfel.
Op grond van dit alles is bij vermoedelijke MS, MRI het onderzoek van eerste keuze. VEP (Visual Evoked Potentiaal) onderzoek de tweede keuze en liquoronderzoek (LP) geldt als derde keuze. Verder wordt bijna altijd bloedonderzoek gedaan om andere aandoeningen uit te sluiten.

Revisie van de criteria vindt regelmatig plaats. Naar verwachting zal in de komende revisie (2018) de LP weer een prominentere plek krijgen.