Lumbaalpunctie (LP)
Lange tijd gold het onderzoek van de hersenvloeistof als de belangrijkste mogelijkheid om de diagnose MS aan te tonen of uit sluiten. Met de McDonald criteria uit 2024 heeft de ruggenprik weer opnieuw een prominente plek gekregen. Dit onderzoek vindt plaats door middel van een ruggenprik (lumbaalpunctie) die zonder verdoving plaatsvindt. Verdoving is niet noodzakelijk, omdat de prik via de rug nagenoeg niet voelbaar is. Dat komt omdat de huid van de rug minder gevoelszenuwen bevat dan bijvoorbeeld buik of arm.
Een ruggenprik is eenvoudig bij iemand die zit of ligt uit te voeren. De (hersen) vloeistof die afgenomen wordt, is meestal helder van kleur (als water), ook bij mensen met MS. Het wordt ook wel liquor genoemd. Verder microscopisch en biochemisch onderzoek zal moeten plaatsvinden om uitspraken te doen over het wel of niet aanwezig zijn van MS.
Wat wordt er onderzocht?
Bij ongeveer de helft van de mensen met MS kunnen verhoogde aantallen witte bloedlichaampjes in het hersenvocht worden aangetoond. Deze verhoogde celreactie wordt pleiocytose genoemd.
Kappa free light chains (κFLC)
Een van de nieuwere en belangrijke stoffen die gemeten worden, zijn de kappa free light chains, afgekort κFLC. Je afweersysteem maakt antilichamen aan om je te beschermen tegen virussen en bacteriën. Een klein onderdeel van die antilichamen zijn de lichte ketens. Soms komen deze losse lichte ketens vrij voor in lichaamsvloeistoffen, zoals bloed en hersenvocht. Bij MS kunnen bepaalde afweercellen in de hersenen en het ruggemerg overactief worden en daar extra van deze lichte ketens aanmaken. Daardoor kunnen de kappa free light chains in het hersenvocht verhoogd zijn.
Om κFLC goed te beoordelen, wordt gekeken naar de verhouding tussen: κFLC in het hersenvocht, de κFLC in het bloed, in combinatie met een maat voor de doorlaatbaarheid tussen bloed en hersenvocht (albumine).
Dit samen heet de κFLC-index. De κFLC-index had een hoge betrouwbaarheid voor MS-diagnose (ongeveer 88–89%). Het meten van κFLC heeft belangrijke voordelen:
-
-
Het onderzoek is sneller en de uitslag is eerder bekend.
-
Het is minder complex voor het laboratorium, waardoor fouten minder waarschijnlijk zijn.
-
Het is kostenefficiënter, wat op termijn de zorg betaalbaarder houdt.
-
Het helpt om eerder duidelijkheid te geven over de diagnose.
-
Oligoclonale banden (OCB).
Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw vindt er eiwit-elektroforese plaats van het hersenvocht. Deze eiwit-elektroforese is een laboratoriumtechniek waarbij eiwitten op elektrische wijze kunnen worden gesplitst. Bij MS worden bepaalde eiwitten aangetroffen in specifieke delen van de eiwit-elektroforeseplaatsen. Deze afwijkingen worden in het laag alkalisch milieu van de eiwit-elektroforese gevonden. Dit is het gebied waarin het elektroforesische proces het minst zuur is. In dit ‘laag alkalische milieu’ worden eiwitten gevonden die geduid worden als oligoclonale banden (OCB). Ze worden wél aangetroffen in de hersenvloeistof, maar niet in het bloed van iemand met vermoedelijk MS. Als dit zo is, is dit een sterke aanwijzing voor het feit dat de klachten van betrokkene te wijten zijn aan MS. Aanwezigheid van OCB is tevens een aanwijzing voor disseminiatie in tijd.
Ongeveer 5 procent van de mensen die geen oligoclonale banden in de liquor heeft, blijkt toch MS te hebben. Het vinden van de oligoclonale banden is een vrij specifieke bevinding die meestal duidt in de richting van een immuunproces, dan wel MS. Deze oligoclonale eiwitten worden geproduceerd door antistoffen en deze antistoffen hebben weer te maken met het mechanisme waardoor MS ontstaat.
Het vinden van oligoclonale eiwitten biedt geen verklaring voor het ontstaan van het ziektebeeld. Ze moeten wel worden beschouwd als een relatief, specifieke, op MS duidende bevinding.
-
Het meten van OCB is arbeidsintensief, ingewikkeld en duur.
-
κFLC blijkt in onderzoeken even betrouwbaar als OCB.
-
Bij sommige mensen blijkt κFLC zelfs beter te helpen om MS uit te sluiten.
Hoe wordt κFLC gebruikt voor de diagnose?
- Dit is vergelijkbaar met de betrouwbaarheid van OCB’s.
Sommige onderzoekers stellen zelfs een eenvoudige stap-voor-stap strategie voor:
-
κFLC-index ≥ 1: MS moet worden overwogen.
-
κFLC-index < 6,1: soms is aanvullend OCB-onderzoek nog nodig.
Samengevat
-
kappa free light chains (κFLC) zijn stoffen die helpen om ontstekingsactiviteit in het zenuwstelsel aan te tonen.
-
De κFLC-index is een nieuwe, betrouwbare test om MS aan te tonen of uit te sluiten.
-
Deze test is even goed of soms beter dan de traditionele OCB-meting, en bovendien sneller en eenvoudiger.
-
Daarom is deze test nu opgenomen in de moderne criteria voor de diagnose van MS.
