5 redenen om te stoppen

1. De bijwerkingen worden als te zwaar ervaren of zijn medisch te ernstig om de behandeling voort te (mogen) zetten.

2. De biologische werking van het medicijn is onvoldoende, bijvoorbeeld doordat het lichaam zelf de effecten neutraliseert door het aanmaken van antilichamen tegen het therapeutisch molecuul.

3. De ziekte blijft (klinisch) actief ondanks biologisch werkzame therapie. Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen het blijven optreden van klinische exacerbaties (of tekenen van actieve ontstekingen bij MRI-onderzoek) en het optreden van een langzame progressie van de neurologische beperkingen.

4. De wens om zwanger te worden, of andere redenen om een werkzame therapie vrijwillig te onderbreken.

5. Onzekerheid over nut van de behandeling bij een langdurige stabiele situatie na (vroeg) starten met ziektemodulerende therapie.